Geschiedenis van de kolksluis

$n
Oostkolk met sluiswachtershuis
$n
Cafe Spaarndam
$n
Sluiswachter hendrik ruijgvoorn
$n
Sluiswachter j hamers
$n
Sluiswachter piet visser en onbekend
$n
Sluiswachter piet willemse
$n
Sluiswachter van riet paap
$n
Spaarndam kolk 5
$n
Vracht onder zeil
$n
Westkolk met muziektent

 

De Kolksluis in Spaarndam

Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in het vaarseizoen 2009 de Kolksluis in Spaarndam weer in gebruik genomen.
Dat is bijzonder want het is namelijk de oudste voor scheepvaart gemaakte sluis in Europa.

Geschiedenis

In het begin van het jaar 1200 is het Spaarne afgedamd van het IJ. Dit is gedaan om hoog water en zoutwater uit het Spaarne en omliggende landerijen en de stad Haarlem te weren. De beslissing hiertoe lag bij de waterschappen vertegenwoordigd door de Rijnlandse Heemraden. Rond deze tijd ontstond ook het Hoogheemraadschap van Rijnland. Met het afsluiten van het Spaarne kwam de noodzaak waterhoeveelheden te beheersen: het waterpeil. In de Spaarndammerdijk werden spuisluizen aangelegd. In vroeger dagen gingen er bij gelijk peil binnen en buiten, schepen door spuisluizen heen en weer. Verder werd vracht uit zeegaande schepen overgeslagen in kleinere binnenvaartschepen voor verder vervoer naar Haarlem en verder. In 1253 gaf “Rooms-Koning” Graaf van Holland Willem de tweede opdracht tot het maken van een schutsluis in de Spaarndammerdijk. Hij deed dit waarschijnlijk in overleg met de vroede vaderen van de stad Haarlem. Zeg maar het bedrijfsleven van toen. Zij financierden een groot deel van de sluis. Rijnland bleef er financieel buiten, maar kreeg wel het beheer omdat de sluis in kon grijpen op het peilbeheer.

Bij de aanleg van de sluis, gereed in 1280, is er gebruik gemaakt van een wiel, een meertje (kolk) ontstaan door een eerdere dijkdoorbraak: de huidige kolk. Het bijzondere van de kolksluis is, dat het de eerste sluis was met deuren aan de zeezijde, het IJ, en deuren aan binnenwater, het Spaarne, met daartussen een sluiskolk. Nu konden schepen onafhankelijk van het tij de dijk passeren. Eerst nog kleine schepen met gestreken mast, want de sluis had hefdeuren. Pas in 1300 kreeg de sluis puntdeuren en konden ook Hanzekoggen, de werkpaarden van de handelsvaart in de Middeleeuwen, de sluis passeren. De sluis werd een belangrijk kunstwerk in de inlandse route van Scandinavië naar de belangrijke Vlaamse steden als Brugge en Gent. Men ging liefst zoveel mogelijk binnendoor om de gevaren van zee te mijden. Er is in de archieven van Rijnland een peilkaart uit 1735 met waterdiepten van de “Groote Rhijnlandse Schut-Kolk te Spaarndam”.

In de Spaarndammerdijk, nu gedeeltelijk ook IJdijk geheten, zaten wel tien spuisluizen, naast die van Rijnland is de Woerdense sluis de bekendste nog overgebleven spuisluis. Hij heet Woerdense sluis omdat het waterschap Woerden mocht afwateren op Rijnlands boezem op voorwaarde dat ze het onderhoud van deze sluis bekostigden. Later heeft Haarlem in 1535 een eigen schutsluis bekostigd na een ruzie over sluisgelden met Rijnland: de kleine of Haarlemmer sluis, nu gedempt.

Rond de kolksluis ontstond bedrijvigheid, veelal verbonden met de passerende scheepvaart; zeilmaker, mastenmaker, kruidenier, cafés. De ligging tussen IJ en Spaarne en haar rol als doorvoerplaats gaf Spaarndam de voorwaarden om tot een plaats van betekenis uit te groeien. Dit werd echter tegengehouden door Haarlem. Het was ook die stad die, na de bouw van de Kleine Haarlemmersluis, in de achttiende eeuw een grotere sluis nabij het gemeenlandshuis liet bouwen. Gemaakt om de nieuw gebouwde zeeschepen naar buiten te kunnen schutten. Dit luidde het einde van de Kolksluis in.

De Kolksluis nu

De Kolksluis heeft dienst gedaan tot 1927. Even daar voor is de oostelijke sluis uitgebreid, tot wat nu de Grote Sluis heet. De Kolksluis is toen geheel gerestaureerd en buiten gebruik gesteld. De omringende bedrijven verdwenen naar elders, met uitzondering van het dorpscafé.

In 2009/10 wordt een hoognodige renovatie uitgevoerd aan de Grote Sluis. Dit betekent dat de sluis voor de scheepvaart een half jaar lang gestremd is. Voor het verkeer is er een noodbrug over de sluiskolk gemaakt.

Om de kleine recreatievaart tegemoet te komen zijn er plannen om de Kolksluis weer te gaan gebruiken. Alle schepen met een kruiphoogte van 3,50 m kunnen onder de nu vaste brug in de dijk door. Om aan deze plannen uitvoering te geven en als overleg orgaan met Rijnland is de “Stichting Kolksluis Spaarndam” opgericht. De stichting stelt zich tot doel de Kolksluis weer te gebruiken. Ook als de renovatie van de Grote Sluis klaar is. Er is een groot voordeel om voor dat enkele kleine scheepje de Kolksluis te gebruiken en dat is de zoutbelasting op het binnenwater. De Grote Sluis heeft ongeveer een viermaal grotere inhoud dan de Kolksluis. Dus bij een schutting belast de Kolksluis het binnenwater veel minder. De Kolksluis zal dan in het weekeinde bediend moeten worden door vrijwilligers. Een eerste peiling rond Kolk- en IJdijkbewoners heeft aangetoond dat die er in ruime mate zijn. Schutten in de Kolk houdt in schutten en doorvaren, niet een paar uren of een nacht blijven liggen!

Het is weer een stuk cultureel erfgoed dat gebruikt wordt en dat zeker een trekpleister voor Spaarndam zal zijn

Carsten Thöne, voormalig bestuurslid van de Stichting Kolksluis Spaarndam.

Bronnen: G.P. van de Ven: “Leefbaar laagland” en Milja van Tielhof en Petra van Dam: “Waterstaat in stedenland” en een gezonde belangstelling voor geschiedenis.